SCHIEDAM - Heeft u een eenmanszaak, maatschap of v.o.f.? Dan is het verstandig regelmatig te bedenken of de rechtsvorm (de ‘juridische jas’) nog wel past. Een voor de hand liggend alternatief is de besloten vennootschap: de BV. De overgang naar de BV is een dankbaar borreltafelonderwerp.
door Jeroen de Vos
Zo zou je boven een winst van € 100.000 sowieso de BV in moeten. Een andere veel gehoorde oneliner is: ‘Eén BV is geen BV’. Of de BV ook in uw geval nuttig is, ligt echter helemaal aan uw individuele situatie. De afweging is per definitie maatwerk.
Een eenmanszaak is de meest gebruikte rechtsvorm voor starters. Makkelijk op te richten. Eenvoudig in het gebruik. En een aantal aantrekkelijke aftrekposten: de startersaftrek, de zelfstandigenaftrek, de fiscale oudedagsreserve (tot 2023) en de MKB-winstvrijstelling.
Nadeel van de eenmanszaak is de persoonlijke aansprakelijkheid voor ondernemingsschulden. Gaat het financieel mis met de eenmanszaak, dan loopt u het risico dat u uw privévermogen kwijtraakt. Of dit theoretische risico in uw geval een reëel risico is, hangt af van uw activiteiten. Een handelaar in bederfelijke waren met een huurpand en 5 man personeel loopt wat dat betreft meer risico dan de ZZP ICT-consultant die vanuit huis werkt, met zijn laptop als enige zakelijke bezit.
Het op het eerste gezicht meest aansprekende voordeel van de BV is het belastingtarief. Het vennootschapsbelastingtarief is lager dan in de inkomstenbelasting. Het vpb-tarief is namelijk 19% voor winst tot € 200.000 (25,8% voor het meerdere). Het bedrag dat niet als salaris wordt opgenomen en als winst van de BV achterblijft, is dus slechts belast tegen 19%. Dat voelt beter dan 49,5% inkomstenbelasting.
Een ander – misschien wel belangrijker – voordeel is dat een BV u beschermt tegen persoonlijke aansprakelijkheid. Zolang u netjes onderneemt, kan uw privévermogen niet worden aangesproken als het met de BV minder (of helemaal mis) gaat.
Nog even terug naar het fiscale aspect: vanaf 2024 zijn meerdere wijzigingen van kracht die de keus sneller op de BV zullen laten vallen.
De zelfstandigenaftrek daalt van € 5.030 naar € 3.750.
De mkb-winstvrijstelling daalt van 14% naar 12,7%.
De afschrijving op bedrijfspanden in de inkomstenbelasting wordt verlaagd.
De arbeidskorting wordt verhoogd (dat kan voordelig zijn omdat bij de BV alleen het salaris tot de grondslag behoort).
Nadeel van de BV is ontegenzeggelijk de administratieve complexiteit. De BV moet een salarisadministratie voeren, aangifte vennootschapsbelasting doen, notulen maken van de verplichte aandeelhoudersvergadering en de balans deponeren bij de Kamer van Koophandel.
En is één BV echt geen BV? Dat antwoord houdt u van mij tegoed in een volgende column!
Wilt u meer informatie over de rechtsvorm van uw onderneming? Neemt u dan contact met mij op.
Foto: drs. Jeroen de Vos RB,
belastingadviseur en partner bij MRVO accountants belastingadviseurs
Hier lees je enkele eerdere fiscale columns van Jeroen de Vos:
ZZP’er: ondernemer of werknemer?
Naar de zaak met de fiets van de zaak
Lees ook dit recente artikel van zijn hand:
Minimumloon is gewijzigd in Minimumuurloon