'Hoger opgeleiden zijn bij inspraakmogelijkheden in het voordeel ten opzicht van lager opgeleiden'

Hoe voorkomt gemeente sociale ongelijkheid bij bewonersparticipatie?

Hoe voorkomt gemeente sociale ongelijkheid bij bewonersparticipatie?

SCHIEDAM - Fractievoorzitter René Janssen van SLV Schiedam heeft aan het college van B&W schriftelijke vragen gesteld over de inwonersparticipatie en de sociale ongelijkheid die hierbij kan ontstaan gezien het feit dat volgens de partij de beter opgeleide Schiedammers zich in het algemeen beter kunnen laten horen dan lager opgeleide Schiedammers. Je leest de vragen en de inleiding erop hieronder.

"Middels het ‘Pact met de stad’ tracht de Gemeente Schiedam, meer speciaal het college, de Schiedammers bij het uit te voeren beleid te betrekken. Het SLV Schiedam zoals bekend juicht iedere vorm van inwonersparticipatie toe, liever meer dan minder inwonersparticipatie.

Gebleken is dat inwonersparticipatie in de praktijk leidt tot sociale ongelijkheid. Beter opgeleide mensen drukken zich doorgaans beter uit, worden beter begrepen en spelen veelal een actievere rol in de samenleving. Hierdoor kunnen belangen van Schiedammers ondersneeuwen, belangen van inwoners die wellicht in een bepaalde casus gehoord dienen te worden.

De inwoners die qua opleiding en wellicht lager op de maatschappelijke ladder staan, laten zich minder horen of worden niet gehoord. Dit leidt tot een vergroting van sociale ongelijkheid. Het SLV Schiedam ziet dit fenomeen zich ook aftekenen in Schiedam. Denk hierbij aan insprekers op ‘Stadserven’ en op bijeenkomsten in de wijken van Schiedam. Het hoeft geen verduidelijking dat Schiedam een diverse stad is, met een grotere laag
inwoners die wat lager op de maatschappelijke ladder staan.

Bovenstaande leidt tot de volgende vragen:
1. Erkent het college het beschreven gevaar tot sociale ongelijkheid in het kader van inwonersparticipatie. Zo ja, wat is de visie van het college op het voorkomen hiervan. Zo nee, waarom niet.
2. Het college wordt verzocht inzicht geven in de stappen die zijn ondernomen om sociale ongelijkheid in het kader van inwonersparticipatie te voorkomen. Op welke wijze wordt door het college gestuurd op beoogde maatschappelijke effecten van de inspraak middels inwonersparticipatie?
3. In deze huidige tijd waar veel via digitale platforms (zoals Zoom of MS Teams) gaat, is het gevaar van sociale ongelijkheid in het kader van inwonersparticipatie nog groter aanwezig. Welke maatregelen heeft het college genomen om dit te voorkomen?
4. Welke maatschappelijke effecten tracht het college met inspraak in zijn algemeenheid te bereiken? Welke gevaren en negatieve effecten worden daarbij geaccepteerd of bestreden?"

Foto: lijstrekkersdebat 2018 in het Stedelijk Museum Schiedam, tweede van links René Janssen

22-02-2021