SCHIEDAM - Op 27 januari loop ik over de Westvest richting mijn yogales. Het is heel erg koud en nog hartje winter. Ik zet er flink de pas in. Dan wordt mijn oog getrokken door een familie Nijlgans. Vader, moeder en een nijlganskind, en dat in deze kou. Het is de afgelopen weken nogal warm geweest, maar dat dit ook direct geleid heeft tot het leggen en uitbroeden van een ei verbaast me.
Er komt een mevrouw met een hondje aan. Ook zij stopt even terwijl de oude ganzen luid aan het blazen zijn tegen de hond. “Ja,” zegt ze, “vorige week waren er nog zes kuikens, maar nu is er nog maar eentje over. Ik hoop dat hij het gaat halen in deze vrieskou.” We vervolgen allebei onze weg en ook de nijlganzenfamilie gaat door met het begrazen van de weinige grassprietjes die er nog staan.
Twee weken later loop ik weer over de Westvest en tot mijn grote vreugde zie ik direct de familie Nijlgans. Ze zijn nog met z’n drieën en het kuiken is flink gegroeid. Ook nu heeft het weer gevroren en ligt er rijp op de straat. De ouders houden mij allebei goed in de gaten en komen vervaarlijk op mij af als ik iets te dichtbij dreig te komen. Ik houd afstand, want ik wil ze niet bang maken. “Wat fijn dat jullie kuiken nog in leven is”, zeg ik zachtjes tegen ze.
Bij mijn volgende stap glijd ik bijna uit… verdorie, ganzenpoep onder mijn schoen. Tja, dat is dan weer de keerzijde van deze vogels, ze poepen alles onder. Ik loop door en ben blij. Dit winterkind gaat de lente wel halen, denk ik, en die poep, ach die raak ik onderweg wel weer kwijt.
Louise Melchers
Foto's: boven het artikel 10 februari 2023, onder het artikel 27 januari 2023